Op dit moment biedt twee op de drie volwassen Nederlanders op enigerlei wijze hulp aan een naaste met gezondheidsproblemen of psychische klachten. Een derde van de Nederlanders doet dit op frequente basis. In de afgelopen vijf jaar is het percentage mensen dat informele hulp biedt aan naasten fors gestegen. Deze toename sluit aan bij de trend van een versnelde toename van ouderen en mensen met chronische of complexe aandoeningen in de bevolking. Er wordt steeds vaker een beroep gedaan op het sociale netwerk wanneer er behoefte is aan hulp, met name in situaties waar formele hulp niet volledig of tijdig voorziet in de behoeften. Deze ontwikkeling wordt gestimuleerd door de overheid, die streeft naar beperking van de stijging van zorgkosten en een groter beroep doet op de inwoners. Tegelijkertijd zijn er ouderen met een grote en complexe zorgbehoefte die ervoor kiezen om langer thuis te wonen.
De betrokkenheid bij het ondersteunen van een hulpbehoevende naaste is het meest prominent in de leeftijdsgroep van 55 tot 64 jaar; ruim 40% zet zich inmiddels frequent in voor naastenzorg. In de afgelopen jaren is er echter een opmerkelijke groei zichtbaar van de inzet in de leeftijdsgroep van 18 tot 29 jaar, vooral sinds de Corona-pandemie, met een stijging van 8% naar 20%. Deze stijging lijkt samen te gaan met een toename van mentale uitdagingen binnen deze leeftijdscategorie.
Een aanzienlijk deel van de informele zorg wordt verleend door veerkrachtige inwoners, waaronder werkende volwassenen en vitale ouderen. Opvallend is dat degenen die zelf gezondheidsproblemen ervaren juist het meest toegewijd zijn aan het helpen van hulpbehoevende naasten. Van deze groep verleent 55% frequent informele hulp aan bekenden.
In zijn algemeenheid kan men zeggen dat de toenemende vraag naar informele zorg voor een groeiend aantal overbelaste mantelzorgers zorgt, met gevolgen voor zowel de zorgkwaliteit als hun eigen leven. Toegenomen mantelzorg brengt beperkingen in persoonlijke bezigheden en eenzaamheid van mantelzorgers met zich mee. Voor één op de tien mantelzorgers vormt het gebrek aan tijd voor persoonlijke activiteiten een veelvoorkomend probleem.
Overbelasting bij werkende mantelzorgers komt vaak voor wanneer zij zorgtaken moeten combineren met werk- en gezinsverplichtingen. Ongeveer één op de drie mensen staat voor de uitdaging om een evenwicht te vinden tussen zorgverantwoordelijkheden en werk in hun dagelijks leven. Het streven naar balans tussen deze verschillende rollen kan leiden tot stress, vermoeidheid en overbelasting, wat de behoefte aan ondersteuningsmaatregelen voor werkende mantelzorgers benadrukt.
Gemiddeld gezien worden mantelzorgers ouder en behoren ze steeds vaker tot de leeftijdsgroep van 75-plussers. Oudere mantelzorgers verlenen vaak langdurige en intensieve zorg, met name aan hun zorgafhankelijke partner, wat resulteert in een groter risico op overbelasting. Bovendien hebben ze vaak moeite met het vinden van de juiste ondersteuning. De emotionele verbondenheid, ervaren verantwoordelijkheid, en uitzichtloosheid kunnen hun tol eisen, met mogelijke lichamelijke of psychische klachten voor de mantelzorger en risico's voor de kwaliteit en continuïteit van de zorg.
Dit nieuwsbericht is gebaseerd op de Burgerpeiling-analyse Verborgen zorg, zichtbare uitdagingen: de realiteit van naastenzorg (pdf) door Mark Gremmen (onderzoeker bij VNG). Bekijk ook de Leeswijzer hiervan (pdf). De gegevens van Burgerpeiling zijn te vinden op Waarstaatjegemeente.nl.